Benny en Giselle (Spiksplinter)

Zo. In een oorlog, en dat is het soms, moet je jezelf verlagen. Maar dat uh wordt allemaal toch vergeten als de vijand is verslagen. En dan gaat het niet meer over wie zijn schuld, of wie der is begonnen. De geschiedenis onthoudt alleen wie heeft er gewonnen. Benny of Giselle? Ja.

Benny en Giselle hebben altijd ruzie, hebben altijd mot, ze hebben altijd strijd.
Benny en Giselle hebben altijd ruzie, dus er is geen plek voor tederheid.
Benny zegt: Je bent een infantiele domme zeug, goed ik ben nog wel met jou, maar dat is tegen heug en meug. Ik mijn dromen duw ik hongerige dieren in je kont en dan word ik wakker met een blije glimlach op mijn mo-o-ond.

Benny en Giselle hebben altijd ruzie, hebben altijd mot, altijd strijd.
Benny en Giselle hebben altijd ruzie, dus er is geen plek voor tederheid.
Giselle zegt: Ik zie je niet als man, maar als bediende. Als je weer eens ligt te huilen ga ik neuken met je vrienden. Je bent slapper dan je vader was en dat was al een zak, die je moeder haatte en z'n vingers in je zusje sta-a-ak.

Benny en Giselle hebben altijd ruzie, hebben altijd mot, altijd strijd.
Benny en Giselle hebben altijd ruzie, dus er is geen plek voor tederheid.
Benny zegt: Die geur van jou gaat mijn verstand te boven, hoe kan iemand die je ruikt erna nog in een god geloven? En ik neem mijn vrouw niet kwalijk dat ze soms een beetje zweet, maar lieverd jij hebt daar geen recht op, want je doet geen ene reet.

Benny en Giselle hebben altijd ruzie, hebben altijd mot, altijd strijd.
Benny en Giselle hebben altijd ruzie, dus er is geen plek voor tederheid.
Giselle zegt: Ik bid tot alle goden dat je sterft, aan die hartafwijking die je van je moeder hebt geerfd. Ik weet nog toen ze dood ging, ik was dronken van geluk. Maar als jij straks ligt te rotten kan mijn leven niet meer stuk-u-uk.

Benny en Giselle hebben altijd ruzie, hebben altijd mot, altijd strijd.
Benny en Giselle hebben altijd ruzie, dus er is geen plek voor tederheid.
Benny zegt: Er is geen man die naar je kan verlangen, nu je slappe memmen ongeveer tot op je knieën hangen. En ik wil je niet meer zien en mijn herinneringen wissen, en al stond je in de fik dan zou ik nog niet op je pisse-e-en.

Benny en Giselle hebben altijd ruzie, altijd mot, altijd strijd.
Benny en Giselle hebben altijd ruzie, dus er is geen plek voor tederheid.
Giselle zegt: Het heeft geen zin om tegen je te praten, je bent minder dan een mug, ik kan je zelfs niet meer haten. Als je werkelijk zou bestaan dan sloeg ik nu nog op de vlucht, want je bent niets, je bent een nul, je bent nog leger dan de lu-u-ucht.

Benny en Giselle hebben altijd ruzie, altijd mot, altijd strijd.
Benny en Giselle hebben altijd ruzie, dus er is geen plek voo-oo-oor te-e-ederheid.
Benny en Giselle zijn ten do-o-ode opgeschreven, want ze kunnen niet meer met, maar ook niet meer zonder mekaar leven. Dus de ee-ee-een zou moeten buigen of de ander moeten breken, maar dat het echte liefde is, dat is nu wel gebleke-e-en.


Deze tekst is uitgetypt door een van de mensen achter Hans Teeuwen.NET of door een inzending naar Hans Teeuwen.NET, bij het overnemen van deze tekst gelieve dan ook een vermelding naar Hans Teeuwen.NET te plaatsen.

(< Ga terug)