Mailen met: Hans Teeuwen (Spunk, Rosa Peters, april 2003)
Onlangs was zijn show Dat dan weer wel op televisie te zien en werd de cd een gouden plaat. Aanstaande vrijdag ligt de DVD in de winkel en momenteel speelt hij try-out voorstellingen van zijn nieuwe show Industry of Love. Hans Teeuwen (1967) geeft zelden interviews, maar voor Spunk maakte hij een uitzondering.

Waar gaat je nieuwe voorstelling Industry of Love over?
Ik heb geen idee. Maar dat weet ik nooit. Er zijn altijd wel wat verbanden, maar die ontstaan tijdens het schrijven en spelen. Er zit geen duidelijke thematiek in. De nummers in deze show zijn wel een stuk abstracter en absurder dan ik hiervoor heb gedaan. Iemand zei mij dat het veel gaat over onmogelijke relaties tussen mensen. Dat vind ik zelf wel een goeie... Ideeën voor nummers kunnen elk moment ontstaan. Maar als ik eenmaal geconcentreerd mijn tanden er in zet, werk ik veel productiever. Ik ben voor een show meestal drie maanden intensief aan het werk. Tijdens het spelen verandert er nog heel veel. Dat is ook leuk. Ik wil niet herhalen. Ik blijf sleutelen tot de tv-opnames. Want dan wordt het echt vast gelegd.

Waar slaat de titel op?
Ik heb daar al veel vragen over gekregen, maar ik ga daar geen antwoord op geven. Ik vind het juist leuk dat het een verwarrende titel is. Maar er zit wel een diepe betekenis achter.

Hoe weet je of een nummer leuk is?
Ik heb veel contact gehad met Gertjan van Leeuwen (beter bekend als Gummbah, RP). Ik vertelde hem over de telefoon wat ik bedacht had en als hij het leuk vond, ging ik weer door. Ik wilde deze show absurdistisch maken. En Gummbah is zeker een absurdist.

Moet je om je eigen grappen lachen?
Soms. Maar het zijn dan meer de beelden die ze bij me oproepen. Ik moet mezelf verrassen, wil ik hard kunnen lachen.

Om welke andere cabaretiers kun jij lachen?
Theo Maassen, de Vliegende Panters en Droog Brood. In Toomler staan ook vaak leuke mensen.

Niet Freek of Youp?
Youp vind ik niet veel aan. En Freek vind ik de laatste 15 jaar niet leuk meer. Het zijn meer gesproken columns die zij declameren. Ze hebben het vaak over actuele kwesties. Ze geven commentaar op de werkelijkheid. Ik vind het een gebrek aan verbeeldingskracht om het bijvoorbeeld over politiek te hebben. Het is dan voorspelbaar en niet grappig.

Met wie zou je samen een voorstelling willen maken?
Ik heb eerder met Gummbah en Pieter Bouwman Poelmo gespeeld. Maar ik speel het liefst solo. Dan kan ik alle kanten op. Precies doen wat ik zelf wil. Dan is en blijft het mijn eigen ding.

Over vrouwen heb jij in je shows dikwijls een weinig genuanceerde mening. Hou je eigenlijk wel van vrouwen? En is eentje genoeg voor jou?
Ik ben dol op vrouwen. En ik heb aan één zeker genoeg, ik ben zeer monogaam. Het nummer in Dat dan weer wel waarin ik vrouwen uitmaak voor kuthoeren, dat past gewoon goed in dat nummer. En ik ken het gevoel wel dat je alle vrouwen op de wereld haat.

Ben je bang voor groeperingen? Je bent heel hard over homo's en gehandicapten.
Nee, ik ben daar niet bang meer voor. Ik heb er ook nog nooit last mee gehad. Ik schijn er mee weg te komen. Maar ik weet niet of dat nou positief is of niet.

Hoe goed kun jij tegen kritiek?
Niet! Nee, ik kan er wel tegen, maar ik vind het nooit leuk. Maar dat vindt niemand toch? Tijdens het maken stel ik me wel klein op. Van mensen die ik hoog heb zitten, kan het goed hebben om kritiek te krijgen. Dat kan positief werken. Maar ik kies wel uit door wie ik me iets laat vertellen.

Ben je weleens online?
Nee. Ik heb geen computer. Ik heb wel een rekenmachine. Daarmee kan ik OLIEBOL schrijven.

Als je een dier mocht zijn, wat ben je dan?
Een bacterie. Die zijn heel klein maar kunnen ontzettend veel schade aanrichten.


(< Ga terug)