Recensie Theo van Drunen (Met een Breierdeck)

Hans Teeuwen lijkt de schokkendste te zijn van een generatie cabaretiers die tegen heilige huisjes schopt. Het publiek vindt het blijkbaar prima, want het komt massaal kijken. Er lopen wel eens wat mensen de zaal uit en soms schrijft iemand een boze brief naar de krant, maar daar blijft het bij. Alleen de recensenten merken regelmatig op dat een overdaad aan seks en geweld achterhaald is. Gaat Hans Teeuwen te ver of niet?

Waardenberg en De Jong spugen elkaar in de mond. Lenette van Dongen haalt een man uit het publiek om met hem op het toneel een aantal standjes uit de Kama Sutra te demonstreren. Jeroen van Merwijk zingt cynisch: "Het leven is kut. Het leven is kut en als het niet kut is, dat is het idiote, dan is het leven wel klote." Als verschillende mensen de zaal verlaten, reageert hij met: "Vorige keer liepen er veel meer mensen weg."

Hans Dorrestijn zingt het lied "Het Ontbijt" over een kindermoordenaar. Waarschijnlijk om al te ernstige problemen te voorkomen schrijft hij in het programmaboekje: "Ik moet u wel waarschuwen voor een nummer dat er heel onschuldig uitziet, want het heet "Het Ontbijt", maar daarachter gaat een lied schuil over een kindermoordenaar en dat heb ik kennelijk met zoveel overtuigingskracht geschreven dat het publiek me gaat zitten haten, omdat het denkt dat het autobiografisch is. Maar dat is niet zo. Ik heb een alibi: ik ben schrijver."

Het zijn een paar voorbeelden van de afgelopen jaren. Het lijkt erop dat Hans Teeuwen (1967) veel verder gaat dan zijn collega's. In zijn tweede soloprogramma "Met een Breierdeck" behandelt hij nietsontziend onderwerpen als incest, moord, verkrachting, racisme, verveling en vervuiling (een willekeurige volgorde overigens). Een citaat: "In andere landen kunnen etnische zuiveringen plaatsvinden, dus waarom niet bij ons?"

In zijn eerste soloprogramma "Hard en Zielig" was het allemaal nog pittiger. Over allochtonen: "De werklozen uit vieze landen liggen op bed te wachten tot wij ze als makke lammetjes ons geld komen brengen. En ze getroosten zich geen enkele moeite om kennis te nemen van onze rijke cultuur. Bij het horen van namen als Loeki Knol of Ad Visser kijken ze je laf en ongeïnteresseerd in de ogen." Dit soort stukjes cabaret zijn nog gemakkelijk te ontmaskeren als cynisme. Of anders gezegd: vrijwel iedere toeschouwer zal begrijpen, dat hij het net andersom bedoelt. Maar Teeuwen gaat verder.

Hij gaat regelmatig de provocatie voorbij. Teeuwen daar zelf over: "Wat ik vertel en de manier waarop, is in de kroeg heel normaal. Op het toneel is het ineens schokkend. Maar ik heb weinig zin om met een 'flutmoraal' aan te komen zetten of als cabaretier het publiek eens even gaan vertellen hoe het leven in elkaar zit. Het leven is niet helder, dus moet je ook niet doen alsof dat wel zo is."

Hans Teeuwen lijkt ook niet expliciet uit te zijn op het choqueren van zijn publiek. "Choqueren is niet zo moeilijk. Het is leuker heel ver te gaan en te bereiken dat mensen toch blijven zitten." Of hij mensen daarbij werkelijk - pijnlijk - raakt, interesseert hem niet. "Wat de impact ervan is, of de morele conclusie, dat moet iedereen zelf maar uitzoeken."

Teeuwen begon destijds, negentien jaar oud, als tegenspeler van de tien jaar oudere Roland Smeenk, die hij leerde kennen tijden een eindexamenproject aan de Eindhovense Toneelschool. Het klikte en Teeuwen & Smeenk wonnen in 1991 overtuigend het Camerettenfestival. Het duo werd een hype: de belofte van de jaren negentig! Ze werkten hard aan hun eerste avondvullende programma 'Heist'. Maar in november 1992 na een optreden kregen ze op de terugweg een auto-ongeval. Roland Smeenk overleed dezelfde nacht nog in het ziekenhuis. Na verloop van tijd nam Hans Teeuwen de draad weer op en kwam in 1994 met zijn eerste soloprogramma 'Hard & Zielig' in 1995 gevolgd door 'Met een Breierdeck'. Met dat laatste programma reist hij nog steeds langs de Nederlandse theaters.


Bart-Jan te Boekhorst, hoofddocent aan de Academie voor Kleinkunst te Amsterdam, wil liever geen norm stellen voor wat grof is en wat niet. "Toen Freek de Jonge begon werd hij ook als grof ervaren. In het cabaret zal er altijd de behoefte zijn om iets nieuws te doen, om de mensen de ogen te openen en om maatschappelijke ontwikkelingen aan de kaak te stellen. Grofheid kan daarbij een middel zijn, maar mag geen doel op zichzelf zijn. Er moet smaak achter zitten of een idee. En of iets grof of choquerend is, heeft meer te maken met de vraag waar mensen dingen mee associëren. Zo kan eenzelfde uitspraak voor de één grappig zijn en voor de ander pijnlijk." Hoewel Te Boekhorst met mildere cabaretiers samenwerkt, heeft hij toch bewondering voor Teeuwen. "Zodra een cabaretuiting verbonden is aan talent, kan het mij niet meer schokken of ergeren."

Ad Overweel is hoofd van de opleiding Drama van de Hogeschool Eindhoven, de school waar Hans Teeuwen het vak leerde. Overweel: "Hans Teeuwen neemt geen blad voor de mond en voor veel mensen is dat grof, maar voor anderen niet. Wim Sonneveld kwam ooit tot de ontdekking dat hij in de kleedkamer leuker (en minder braaf) was dan op het toneel. Je zou kunnen zeggen dat de humor en het taalgebruik uit de kleedkamer op het toneel terechtgekomen is."

Overweel denkt dat Teeuwen juist zo grof is uit betrokkenheid. "Hans Teeuwen schiet de dingen overhoop uit een besef van de absurditeit van het bestaan. Hans is overigens een heel sensibele jongen en geniaal in het aanvoelen van zaken. De keuze om grof te zijn is mede gebaseerd op zijn woede om zoals hij de wereld ervaart, met alle middelmatigheid en truttigheid vandien. Van Paul van Vliet zou ik dezelfde grofheden niet kunnen accepteren; die kijkt anders tegen de wereld aan."

Overweel is heel benieuwd naar Teeuwen toekomst. "Hans zoekt grenzen op. Zo is hij een vertegenwoordiger van deze tijd, een katalysator voor de samenleving. Ik ben heel benieuwd hoe Hans Teeuwen zich in de toekomst gaat ontwikkelen. Hij is uitermate muzikaal, kan heel goed acteren, imiteren en teksten schrijven. Voor dat laatste haalt hij de essenties uit de wereld. Het is geen éénduidige jongen, maar een jongen met een groot aantal aspecten. Hij kan alle kanten op."


Bron: Theo van Drunen

(< Ga terug)